Wat krijgt een asielzoeker, statushouder, vluchteling (niet)?
Wat is het verschil tussen een asielzoeker, statushouder, vluchteling en gezinsmigrant. En wat krijgt hij/zij wel niet, wat moet hij/zij zelf regelen en betalen? Hoe worden ze onderdeel van onze samenleving?
Verschil asielzoeker, vluchteling, statushouder of gezinsmigrant
Wanneer iemand uit zijn eigen land vlucht (een vluchteling dus) en in Nederland aankomt, dan kan hij of zij asiel aanvragen. Dit betekent dat deze persoon aan de Nederlandse overheid vraagt of hij of zij hier (tijdelijk) mag verblijven. We noemen zo iemand een asielzoeker.
Een asielzoeker wordt opgevangen in een asielzoekerscentrum (AZC). Daar wordt door de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) onderzocht of de asielzoeker in Nederland mag blijven. Alleen mensen die in hun eigen land gevaar lopen vanwege bijvoorbeeld oorlog, politiek geweld, hun seksuele geaardheid, afkomst of religie hebben recht op bescherming. In de asielprocedure wordt dit onderzocht. Als de IND heeft vastgesteld dat de asielzoeker inderdaad gevaar loopt in het eigen land, krijgt hij of zij een verblijfsvergunning. Vanaf dat moment is hij of zij een vluchteling.
Een vluchteling met een verblijfsvergunning wordt een statushouder genoemd. Hij of zij mag vanaf dat moment volwaardig deelnemen aan de Nederlandse samenleving en integreren. Als iemand ten minste vijf jaar met een verblijfsvergunning in Nederland woont, Nederlands spreekt en met goed gevolg een inburgeringsexamen aflegt, kan hij of zij het Nederlanderschap aanvragen.
Gezinsmigranten komen naar Nederland om zich aan te sluiten bij een persoon met de Nederlandse nationaliteit, of iemand die al langer in Nederland gevestigd is (er is geen sprake van asielaanvraag). Gezinsmigranten van buiten de Europese Unie zijn verplicht officieel in te burgeren. Gezinsmigranten moeten hun inburgering zelf betalen.
Krijgen ze een woning?
Asielzoekers
Asielzoekers vangt de gemeente op in zogeheten opvanglocaties. Anno 2025 heeft de gemeente Berg en Dal twee van zulke locaties, waar jongens van 13 tot en met 17 wonen. Deze jongens hebben dus geen eigen woning, maar wonen met anderen op een kamer. De keuken, het toilet en andere voorzieningen delen ze met elkaar. Je kunt hier meer lezen over de opvang van de alleenreizende minderjarige vluchtelingen (amv): https://www.bergendal.nl/asielzoekers.
Statushouders
Iedere gemeente is verplicht om statushouders huisvesting te geven. Dat is door de landelijke overheid bepaald. Hoeveel is afhankelijk van het aantal inwoners in de betreffende gemeente. In onze gemeente worden statushouders gehuisvest in sociale huurwoningen. Hier hebben we afspraken over gemaakt met onze woningcorporaties; Oosterpoort en Waardwonen. Statushouders krijgen éénmalig een aanbod voor passende woonruimte. Ze zijn verplicht het woningaanbod van de gemeente te accepteren. Als de familie later nareist, wordt bekeken of de woning waar het eerste familielid in woont geschikt is voor het hele gezin. Als dat het geval is dan trekt het gezin in bij dat familielid. Als dat niet het geval is dan wordt er een woning gezocht dat geschikt is voor het hele gezin. Het familielid is verplicht om zijn woning dan op te zeggen.
Hoeveel woningen gaan naar statushouders?
In de periode 2017 tot en met 2023 is 6% van het totaal aantal sociale huurwoningen in onze gemeente verhuurd aan statushouders. Dat betekent dat 94% naar andere woningzoekenden is gegaan. Als je commerciële huurwoningen en koopwoningen erbij zou tellen ligt dat percentage dat naar statushouders gaat veel lager.
Het huisvesten van statushouders is een regel van de landelijke overheid die bepaalt hoeveel statushouders we woonruimte moeten geven. Dat aantal is afhankelijk van het aantal inwoners. Hoe meer inwoners, des te meer statushouders.
Wat krijgt een statushouder verder (niet)?
Een statushouder leent geld van de gemeente om de woning in te richten. Dat geld moet worden terugbetaald. Geld voor stoffering van de woning krijgt de statushouder. Denk aan muurverf, vloerbedekking en raambekleding. Dit bedrag hoeft niet terugbetaald te worden. Als er bijvoorbeeld al een goede vloer ligt die kan worden overgenomen dan wordt dit bedrag afgetrokken van het stofferingsbedrag.
De hoogte van deze bedragen ( heet: bijzondere bijstand) wordt bepaald aan de hand van de Nibud prijzenlijst. Het Nibud is een onafhankelijk Nederlands kennis- en adviescentrum dat zich richt op de huishoudfinanciën van consumenten. Het Nibud doet elk jaar onderzoek naar de kosten van allerlei producten en diensten in Nederland. Op basis van deze onderzoeken stellen ze prijzenlijsten op bijvoorbeeld hoeveel het ongeveer kost om een huis in te richten. Bij het verstrekken van de bijzondere bijstand voor de inrichting van de woning hanteren we 70% van de adviesprijs van het Nibud omdat we ervan uitgaan dat statushouders bij het inrichten van hun woning ook tweede hands spullen aanschaffen. Daarom verstrekken we niet 100% van het adviesprijs van het Nibud, maar 70%.
Verder krijgen ze net zoals andere inwoners een bijstandsuitkering als ze geen ander inkomen hebben. En bijzondere bijstand zoals elke andere inwoner als ze een inkomen hebben onder de inkomensgrens van de bijzondere bijstand.
Statushouders moeten inburgeren. We helpen ze daarbij. We regelen dat ze naar school kunnen om de taal te leren, ze leren over de Nederlandse normen en waarden en ze worden begeleid in het vinden van (vrijwilligers)werk. De rest moeten statushouders zelf regelen. Net als elke andere inwoner kunnen ze hier hulp bij krijgen van instanties zoals bv hulp van SSHB of van de vrijwillige ouderenadviseurs.
Welke verplichting heeft een statushouder?
Naast de gebruikelijke verplichtingen die iedereen in ons land heeft, is een statushouder verplicht om in te burgeren. Ze moeten meedoen met alle onderdelen van de Wet Inburgering en deze succesvol afsluiten:
- Het leren van de Nederlandse taal.
- Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt.
- Het leren over de Nederlandse normen, waarden rechten, plichten en kernwaarden
- Participatie in de samenleving (zoals vrijwilligerswerk, werkervaringsplekken meedoen met het Buddy to Buddy traject).
De kosten hiervoor worden betaald door de landelijk overheid. Als een statushouder zijn inburgering niet haalt dan krijgt hij boetes van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) totdat hij wel slaagt voor zijn inburgering. Als een statushouder niet goed mee doet aan de verschillende onderdelen van de Wet Inburgering dan leggen wij als gemeente een of meerdere boetes op.
Als ze een bijstandsuitkering ontvangen hebben ze ook verplichtingen vanuit de Participatiewet. Die zijn hetzelfde als de verplichtingen die andere inwoners hebben met een bijstandsuitkering.